Em. prof. dr. ir. C.J. Snijders
Het lichaam zoekt in een zithouding automatisch een stand op waarbij de spieren het meest ontspannen zijn. Daar kunnen we niets aan doen, zo zijn we gemaakt. Toch hoeft dit niet direct tot klachten te leiden. Alleen als we daarbij in een slechte stoel zitten zal dit het geval zijn. Het principe van een oude schommelstoel was zo slecht nog niet. De zitting van de stoel gaat mee achterover als de rugleuning die kant op wordt bewogen. Er ontstaan geen irriterende schuifkrachten onder het zitvlak en de stand van de rug blijft gelijk. Het risico op het krijgen van ‘doorzitplekken’ oftewel decubitus neemt af. Moderne stoelen moeten dus voorzien zijn van de mogelijkheid om de stoelzitting en de rugleuning (onafhankelijk van elkaar) af te stellen.
Waarom is het zitten met een bolle rug nu zo problematisch? Uit onderzoek is gebleken dat door de kanteling van het bekken in deze zitsituatie bepaalde banden in de onderrug onder grote spanning komen te staan.
Goede ondersteuning in de onderrug kan dit voorkomen. Een zogenaamde lenden- of lumbaalsteun (dit mag tot onder de schouderbladen) zorgt voor een goede stand van het bekken en de rug zonder dat dit inspanning kost. Met name indien u genoodzaakt bent langdurig te zitten dan is deze steun in de rug, die zich beter aanpast aan de anatomie van de rug dan bijvoorbeeld een kussentje, absolute noodzaak om rug- en decubitusklachten te voorkomen.
Em. prof. dr. ir. C.J. Snijders - Em. Hoogleraar aan het Erasmus MC
Professor Snijders is hoogleraar aan het Erasmus MC University Medical Center te Rotterdam en verrichtte onder andere internationaal onderzoek naar de biomechanica van zitten.